In een vreemd land kom je ook vreemde talen tegen. Niets is vervelender dan de ander niet kunnen begrijpen of jezelf niet duidelijk kunnen maken. Natuurlijk kun je een woordenboek meenemen, maar dat is niet altijd even handig, is zwaar in je backpack en zoekt niet gemakkelijk. De wereldtaal is natuurlijk Engels, maar in veel landen is er niet voldoende onderwijs, wat maakt dat deze groep mensen, waaronder lokale bevolking niet verstaanbaar is. Je kunt een tolk inhuren. Deze worden vaak aangeboden bij kleine trips en excursies. Verwacht er niet teveel van, je betaald genoeg en het blijft de vraag of het juiste vertaald wordt. Als je ruim van te voren je reis plant, kun je natuurlijk een taalcursus doen of een klein handboekje aanschaffen waar gebruikelijke zinnen en vragen voor je beschreven staan. Dit kan heel nuttig zijn, alleen is de valkuil dat je niet weet of je het wel op de juiste manier uitspreekt en iemand beledigd terwijl je eigenlijk een compliment probeerde te maken. De basiswoorden zijn wel handig om te leren, ook om bijvoorbeeld klantlokkers e.d. een beetje op afstand te kunnen houden. Denk daarbij aan woorden als:
- Hallo/ tot ziens ( zoek uit wat gebruikelijk is voor dat land, zoals in Aziatische delen bijvoorbeeld “Namaste” is )
- Hoe gaat het
- Waar vind ik……..? ( bijvoorbeeld toilet )
- Bedankt
- Ja/ Nee
- Geen interesse ( een vriendelijke afwijzing kan soms nuttig zijn )
- Hoeveel geld ( Probeer 1 t/m 10 te leren en 20/30/40 enz. zo kun je opvangen of je niet eventueel wordt opgelicht )
- Je favoriete drankje
Tegenwoordig heb je in de meeste boekwinkels ook de zogeheten Point it boekjes. Ofte wel aanwijsboekjes. Klein van stuk boordevol plaatjes. Alles staat erin, je hoeft het allen maar aan te wijzen.